Is jouw kind snel afgeleid, kan het niet goed stil zitten en / of raakt jouw kind snel geïrriteerd?
Wil je leren herkennen of jouw kind onder- of overprikkeld is en welke strategieën helpen? 

Je weet dat er iets is bij je kind, dat had je allang gemerkt. Je kunt er alleen de vinger niet helemaal op leggen. Er is iets met de prikkels om hem/haar heen, je merkt dat je kind er last van heeft of je merkt dat je kind er juist meer nodig heeft dan veel anderen. 

Je voelt het goed aan. Er is ‘iets’ waardoor je kind soms heel onrustig wordt.
Daarom gaat je kind – bijvoorbeeld tijdens feestjes – vaak even naar buiten, op zoek naar een rustige plek. Eenmaal weer binnen merk je dat je steeds weer moet uitleggen dat je kind niet asociaal is omdat je kind altijd weg wil op feestjes.

Je kind is juist sociaal en bijvoorbeeld vaak bezorgd om anderen. Maar je kind trekt het niet als hij/zij lang in een heel druk huis moet doorbrengen. Je kind houdt dat beter vol als hij/zij even tot rust kan komen. 

Het is helemaal niet gek is dat jouw kind nog geen vijf minuten kan stilzitten aan tafel.
Je weet dat hij dit niet expres doet, maar je durft hem eigenlijk niet bij anderen mee te laten eten. Want hoe vertel je dat hij thuis tussen de happen door soms door de kamer rent?

En dat niets van wat jullie geprobeerd hebben tot nu toe ook maar enig resultaat heeft gehad? Hij kan gewoon niet stilzitten. Dat is geen onwil. 

Zintuiglijke prikkelverwerking (ZiP) heeft heel veel invloed op ons leven, terwijl we ons er niet zo van bewust zijn. Toch veroorzaakt het bijvoorbeeld druk en overprikkeld gedrag, of juist teruggetrokken en/of sloom gedrag. Bij iedereen werkt ZiP op een andere manier: sommige mensen hebben meer, andere hebben juist minder prikkels nodig.

Middels deze methode ga ik een kind laten leren over zijn / haar zintuigen en prikkels. 
Zodat je kind straks helemaal de baas is over wat hij/zij nodig heeft: veel en sterke zintuigprikkels of weinig en zwakke zintuigprikkels. We gaan samen op zoek naar bruikbare strategieen die je kind kan gebruiken op het moment dat hij/zij minder of juist meer prikkels nodig heeft. Zodat je kind het straks helemaal zelf kan regelen!